Artrose is een aandoening van de gewrichten. Een gewricht wordt meestal gevormd door twee botten. Om de uiteinden van die botten ligt een gladde bekleding: het gewrichtskraakbeen. Dit zorgt ervoor, dat de botuiteinden soepel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
Artrose is een aandoening, waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat en op den duur zelfs geheel kan verdwijnen. De botuiteinden zelf gaan elkaar dan raken. Mede hierdoor ontstaan er ook problemen met het onderliggende bot. Als reactie op de verminderde kraakbeenbescherming gaat het bot zijn dragende oppervlak vergroten om de druk op het gewricht te verminderen.
Artrose kan in alle gewrichten optreden, maar komt voornamelijk voor in de gewrichten van de handen, knieën, heupen en wervelkolom. In totaal zijn er meer dan 1,2 miljoen mensen die in meer of mindere mate last hebben van artrose. Artrose kan op verschillende manieren ontstaan. Bij overbelasting of herhaalde blessures kan het slijtageproces sneller gaan dan normaal. Een andere oorzaak kan gelegen zijn in een afwijking in de stand van bijvoorbeeld het heupgewricht; hierdoor zal de heup sneller slijten.
Hiernaast is er ook een artrose netwerk. Het artrose netwerk is een samenwerkingsverband van oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, die zich hebben verplicht om artrose op een speciale manier te behandelen. De inzichten over behandelingen van aandoeningen worden telkens verbeterd en de oprichters van het artrose netwerk hebben twee jaar lang de meest recente best practice methodes naast elkaar gelegd om te bekijken wat de beste aanpak is van artroseklachten.
Uit dit onderzoek kwamen een aantal zaken naar voren, die zijn meegenomen in de opzet van dit behandelprotocol.
– Patiënten met artrose zijn het meest gebaat bij een behandeling, waarbij het dagelijks functioneren en de dagelijkse bewegingen centraal staan.
– Het opvoeren van het niveau van oefeningen van licht naar zwaar onder deskundige begeleiding kan gebeuren zelfs als de patiënt pijn heeft. Dit heeft geen verslechtering van de artrose tot gevolg, maar verbetert wel de mogelijkheden van de artrosepatiënt.
– Artrosepatiënten laten zich vaak teveel leiden door pijn. Zij gaan dan minder bewegen en beseffen niet, dat zij daardoor de verschijnselen van artrose juist kunnen verergeren.
– Artrosepatiënten hebben baat bij extra begeleiding aangezien de behandeling op een gegeven moment stopt, maar de aandoening artrose chronisch is. Een persoonlijk oefenschrift of dossier kan de patiënt hierbij behulpzaam zijn.
– Vraag/patiënt gestuurde zorg geeft een beter eindresultaat.